Skip to main content

TTE verbindt
onder- en bovengrond

Raad van State: terreineigenaar niet aansprakelijk voor verwijdering drugsafval

Als in 2020 in een sloot in het buitengebied van Zundert een chemische stank wordt waargenomen laten het Waterschap en de gemeente een deel van troep direct verwijderen. Uit een nader onderzoek blijkt dat er drugsafval is geloosd, waarbij het gaat om duizenden liters afval van hoofdzakelijk aceton en methanol. Het grondwater is over een grote oppervlakte sterk verontreinigd, waarbij het grootste deel van de verontreiniging op het aangrenzende bosperceel aanwezig is. De gemeente vermoedt dat de verontreiniging op het buurperceel is ontstaan en wijst de eigenaar van het naastgelegen bosperceel aan als verantwoordelijke. Het adviesbureau bevestigt dat de drugsdumping op het perceel van de buurman is ontstaan en de claim voor de sanering bij de buurman kan worden neergelegd - immers, “de vervuiler betaalt”.

Een juridische strijd ontbrandt, met als kernvraag: wat is de bron van de verontreiniging, oftewel op wiens perceel is het drugsafval gedumpt? In opdracht van de advocaat van de gedaagde heeft de combinatie Edelman/TTE een second opinion over de kernvraag uitgevoerd. Op basis van de stukken en enkele aanvullende analyses was de conclusie dat de verontreiniging zonder twijfel in de sloot is ontstaan en niet op het bosperceel. De grootste uitdaging bleek niet zozeer te liggen in de theoretische onderbouwing van concentratiegradiënten, seizoensafhankelijke grondwaterstromingsrichtingen of het aanwijzen van de hoogste gehalten aceton/methanol in de walkant boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand. De uitdaging zat vooral in het formuleren van een gedachtenlijn die de bestuursrechters konden volgen.

En dat is gelukt! De rechters gaven ons in alle gevallen gelijk en verweten de gemeente Zundert en haar adviseurs te weinig oor en oog te hebben gehad voor het tegenadvies. Verder wordt in deze uitspraak ook ingegaan op de vraag of iemand die de lozing van verontreinigende stoffen niet kan worden toegerekend, als overtreder van artikel 13 van de Wbb kan worden aangemerkt. De bestuursrechters vinden van niet. Meer weten hoe men dat heeft onderbouwd? Lees dan de volledige uitspraak van de Raad van State op: www.raadvanstate.nl/uitspraken